THE THISTLEGORM, de Gaelic naam wat BLUE THISTLE betekent, was een Brits transportschip van de rederij van Albyn Line, is 126,5 meter lang, heeft een capaciteit van 4.898 ton en heeft een `drie cilinder stoom motor die 1.860 pk ontwikkelt, welke het schip een snelheid gaf van ongeveer 10 knopen. De Thistlegorm werd gebouwd om gerenoveerd oorlogs materiaal voor de Britse troepen te vervoeren. In mei 1941 had het de haven verlaten in Glasgow ‘’Schotland met een bemanning van 39 man en een lading munitie, verschillende soorten bommen, anti tank mijnen, Lee Enfield MK III geweren, honderden BSA, BSA W-M20, Matchless G3L- en Norton 16H-motorfietsen. Vrachtwagens van Bedford, Morris en Ford. Vier lichte Brengun Carrier MK II rupsvoertuigen. Twee stoom locomotieven van Stanier 8 F, compleet met twee kolentenders en watertank wagens. In de nacht van 5-6 oktober 1941 zagen twee Duitse Heinkel HE III-bommen werpers, komende van hun basis op Kreta, het schip liggen en werd het geraakt door twee bommen. De Thistlegorm zakte op 6 oktober 1941 om 13.30 uur weg. Jacques Cousteau ontdekte het wrak in 1955 en vermeldde het in een artikel dat in februari 1956 in het maandelijkse National Geographic Magazine werd gepubliceerd. Jacques Cousteau had de positie van het wrak niet onthuld, dus het duurde bijna 40 jaar totdat het 1991 werd herontdekt door een Israëlische schipper. In korte tijd is de Thistlegorm een grote favoriet geworden bij duikers van over de hele wereld en is nu het meest bezochte wrak in de hele Rode Zee!

Een wereld gerangschikte duik plaats gevormd uit twee kleine onderwater eilandjes, het Shark rif en het Yolanda rif. Shark Reef, is een verticale muur die tot 700 meter omlaag daalt, bedekt met fantastische koralen. Terwijl het Yolanda rif een breed plateau is wat bestaat uit een koraaltuin en diverse geweldig mooie koralen. Tussen het rif van Yolanda en het Ras Mohamed rif ligt het overblijfsel van het wrak van Yolanda die 74 meter lang is en met badkamer benodigdheden naar de Golf van Aqaba vloog toen ze in 1980 neerstortte. Sterke stroming is vaak aanwezig op deze plek. Er is veel onderwaterleven om te bekijken zoals de: schorpioen vis, krokodillen vis, groupers, schildpadden, tonijn, grote murene en napoleon vissen, Rode Snapper, Bat vissen, eenhoornvis, barracuda's en nog veel meer, wat soms ook roofdieren aantrekt, waaronder de grijze rif haai of de zwarte punt haai.

The main reef is surrounded by a 9-15 meters sandy area, where a coral garden extends in all directions. Both to the left and right of the reef you'll find various coral pinnacles. Even in bad weather conditions, this is a calm place to dive. Current normally goes from the north splitting at the northern side.

Look for butterfly fish, yellow goatfish, bannerfish, sweet lips, and barracudas often in large schools. Morays, jackfish, crocodile fish, stonefish, and occasionally turtles, eagle rays, and dolphins.

This island is the smaller of the two as the name implies. At the northern end is a long tongue of reef that extends seaward and in good weather it is possible to drop in here and drift. The current runs from east to west and here sharks may be seen cruising. On the south-east side is a superb fan coral forest but it is deep and starts at 35 m. There are also plenty of caves, overhangs, black coral, and lots of pelagic lfie including sharks, tuna, barracuda, turtles and schools of reef fish. As you round the southern corner the slope gives way to a vertical wall where you can catch a glimpse of a silver tip shark. In summer thresher sharks are seen here, in October grey reef sharks gather to mate and divers have also reported schooling hammerheads and groups of sailfish in this area. Before you know it, your computer will tell you it is time to head back to the boat after having had the most spectacular diving.

The northerly of the two islands and has a small lighthouse. It has two wrecks laying on its walls. At the northern most tip of the island lays a large freighter named the Namibia, the other is the Aida II, an Egyptian supply vessel that struck at night. There is excellent wall diving all along the southern side of the reef with strong currents promoting the growth of a spectacular forest of soft corals. Frequent sightings of big pelagics and an astonishing variety of marine life.

The Numidia’s maiden voyage was on 28 February 1901 departing from Glasgow under the command of Captain John Craig and sailing to Calcutta, making the return trip soon afterwards. The voyage, by all accounts was uneventful. The second voyage of the ship would, however, prove to be her last.
At 02:10 on 20th July 1901 the Captain was rudely awakened in his cabin below by the sound of his ship running aground on the northern plateau of Big Brothers! Rushing to the Bridge, he found that not only had the ship run aground on Big Brothers, but that his ship was lying almost directly below the lighthouse!
After spending 7 weeks having her cargo salvaged she finally slipped off the reef and sank. The bow now lies at 8-meters, with the rest of the ship descending at a steep angle to a depth of approximately 80-meters making it suitable for divers of all certification levels.

On 15 September 1957 the Aida was directed to deliver personnel and supplies to the Egyptian Coast Guard station located on Big Brothers Island. The drop off point was the jetty located on the south-east coast of the island. On this particular day there was heavy weather and high seas and, on approach to the jetty, the ship was slammed into the rocks and immediately began to sink. The Captain then gave the abandon ship order. Another tugboat responded to the emergency and rescued 77 personnel, including the Captain. The Aida drifted to the northwest before her bow embedded itself into a reef. The stern then sank and the ship came to rest at an extreme angle down on the reef known as Big Brothers Rocks.